Steeds meer mensen maken gebruik van een product wat verbinding maakt via het internet. Zo’n product meet steeds data en stuurt dit door voor verdere verwerking. Hierdoor werkt het product steeds sneller en efficiënter.  Belangrijk in de IoT-keten zijn de sensoren. Hiermee kan je op elektronische, mechanische of virtuele wijze dingen waarnemen, horen, voelen, proeven of ruiken.

1. Soorten sensoren

Er zijn vijf soorten sensoren. Elke sensor heeft een functie die specifiek de zintuigen van de mens benadert:

  1. Switchsensoren: Dit is een basissensor. Hierbij kun je denken aan schakelaars die aangeven of iets open of dicht is.
  2. MEMS-sensoren. Deze Micro Electro Mechanical Systems-sensoren worden al veel gebruikt. Ze zitten in onder andere in smartphones en worden steeds meer in producten toegepast als microchips. Deze sensoren  reageren op beweging, richting, magnetische velden, draaien en snelheid.
  3. Acceleratiemeters, ook wel bewegingsmeters genoemd. Deze sensoren meten hoe hard iets gaat en in welke richting het beweegt.
  4. Temperatuursensoren meten of een omgeving of product binnen de gewenste bandbreedte blijft. Hiermee meet de sensor of de temperatuur goed is voor het product. Denk daarbij aan de houdbaarheid van levensmiddelen.
  5. Lichtsensoren. Deze sensoren meten de lichtintensiteit op een bepaalde plek. Ook nemen ze licht waar dat wij als mensen niet zien, zoals infrarood voor alarmsystemen of lampen die aan gaan als er iemand aan komt.

In de consumenten markt is IoT beter bekend om de term ‘domotica’ of ‘smart home’. Er zijn vele fabrikanten die (eigen..) oplossingen aanbieden, zoals Philips Hue of Ikea Smart Home met hun slimme licht oplossingen, ieder met hun eigen soorten sensoren.

Maar er zijn er steeds meer. Denk aan de slimme koffieautomaat, tuinsproeiers, deurcommunicatie, weerstations, CV, rookmelders en de koelkast.

In de business to business (B2B) markt wordt het ook gemeengoed. Fabriek machines, auto’s, gebouwen zijn via chips en sensoren ook verbinden met het internet. Vaak gaat dit cellular of andere draadloze protocollen al kan het ook bedraad via een LAN (RJ45) netwerk. Deze netwerken komen hieronder aan bod.

Elke sensor heeft een functie die specifiek de zintuigen van de mens benadert.

2. Verschillende netwerken

Veel netwerken zijn geschikt voor het Internet of Things. Dit kunnen eigen netwerken zijn, zoals het veiligheidssysteem van de Nederlandse Spoorwegen. Daarnaast kunnen het publieke netwerken zijn, bijvoorbeeld het mobiele netwerk (GPRS, 3G of 4G).

Een belangrijke eis van een platform is dat het niet alleen verbinding kan maken met de traditionele netwerken, maar ook met LP-WAN-netwerken, ofwel Low Power – Wide Area Network. Bekende voorbeelden zijn:

3. Nieuwe standaard voor IoT-netwerken?

Telecomnetwerkbedrijven overleggen al een tijd over het bepalen van één standaard voor IoT-netwerken met de mogelijkheid om het onderdeel te maken van het 5G-netwerk.

5G zou duizenden apparaten per vierkante kilometer moeten aankunnen. Deze moeten allemaal zonder problemen communiceren en een zeer hoge datasnelheid en grote capaciteit hebben. Op dit moment is er nog geen standaard, en er zijn veel verschillende netwerken beschikbaar.

Deze netwerken verschillen voornamelijk op twee punten: de range (het bereik van het netwerk) en in de power consumption (het energieverbruik).

De conclusie is dat sensoren er zijn in allerlei soorten en maten. De manier waarop deze aangesloten worden kan op vele manieren via de bovengenoemde IoT netwerken. Dat betekent dat er altijd mogelijkheden zijn om data van sensoren te ontsluiten, waar wij als Baulds, volop gebruik van maken.